Het arbeidsrecht is een veel bezongen rechtsgebied waarbij traditioneel de begrippen balans en bescherming van de zwakker geachte werknemer voorop staan. Het is voer voor politici en af en toe ook voor psychologen. Mijn goede vriend Olof Frankfort schrijft elders in dit prachtblad een heel lezenswaardige bijdrage over personeel en HR, over de werknemer als mens en als kapitaalgoed.
Ik blijf uit zijn vaarwater, maar één van de belangrijkste elementen in de relatie werkgever-werknemer is toch wel: vertrouwen. Een werkgever moet immers vertrouwen geven en een werknemer moet dat vertrouwen niet beschamen. De realiteit is soms weerbarstiger, zo ondervond IKEA betrekkelijk recent (ECLI:NL:RBDHA:2017:16591). Wat wil de casus?
Het ging om een werkneemster, geboren in 1958, die op 16 september 1997 bij IKEA in dienst was getreden. Er was natuurlijk inmiddels sprake van een vast contract, waarop diverse algemene regelingen van toepassing waren. De werkneemster had een personeelspas van IKEA dat haar onder meer het recht gaf om kortingen te verkrijgen bij de aankoop van IKEA waren. De personeelspas was strikt persoonlijk en mocht niet door anderen worden gebruikt. Daarnaast mocht de personeelspas alleen buiten werktijd gebruikt worden.
De werkneemster in kwestie had in twee maanden tijd drie maal tijdens werktijd gebruik gemaakt van de pas. Daarnaast had zij familieleden op 29 mei 2017 in de gelegenheid gesteld om de pas te gebruiken door samen met die familieleden aan de kassa te komen en door de dienstdoende kassafunctionaris te verzoeken de aankopen met gebruikmaking van de pas af te rekenen én door de functionaris te verzoeken haar mond te houden.
Natuurlijk kwam het uit. IKEA stelde op diezelfde datum een onderzoek in. Er vond meteen een gesprek met de werkneemster plaats. IKEA deed nog verder onderzoek en bij brief van 3 juni 2017 volgde het ontslag op staande voet. Daarop vernietigde de werkneemster het ontslag op staande voet en startte zij een kort geding tot loondoorbetaling en wedertewerkstelling. De kort gedingrechter wees de vorderingen af en liet het ontslag in stand.
De rechter wees naar de interne regelingen van IKEA voor het gebruik van de pas en overwoog voorts dat IKEA te goeder trouw hun taken uitvoeren en dat zij integer gebruik maken van geboden faciliteiten, zoals een personeelspas. De precedentwerking woog ook zwaar. De lengte van het dienstverband (20 jaar), de leeftijd (61 jaar), de goede staat van dienst en de gevolgen van het ontslag voor de werkneemster in relatie tot haar relatief slechte positie op de arbeidsmarkt: het woog in de ogen van de rechter minder zwaar.
Daarnaast past de uitspraak in de bestendige lijn dat een werkgever even de tijd mag nemen om onderzoek te doen voordat een ontslag op staande voet wordt gegeven. Casuïstiek daargelaten, geldt dat dan geen afbreuk wordt gedaan aan de vereiste onverwijldheid.
Biedt u faciliteiten (tankpassen, kortingspassen, materieel, auto’s en wat dies meer zij) aan uw personeel? Wij adviseren dit zoveel mogelijk op een heldere manier te kaderen. Vertrouwen is goed, misbruik van vertrouwen niet.
Peter Wieringa
Zaan Advocaten
Westzijde 318 1506 GJ Zaandam
T: 075 303 00 10
E: info@zaanadvocaten.nl
www.zaanadvocaten.nl