ZaanBusiness Logo Wit

Alimentatiegerechtigden dienen op hun hoede te zijn bij Hof Den Haag

Eerder heb ik in een artikel geschreven dat uitspraken waarin limitering van de partneralimentatie of een nihil stelling op termijn is toegewezen, beperkt zijn. Het Hof Den Haag heeft het afgelopen jaar echter een aantal bijzondere uitspraken gedaan. Meermalen stelde het Hof de alimentatie na ommekomst van een bepaalde termijn op nihil dan wel limiteerde het hof de alimentatieverplichting.  

 

Zo wees het hof in de uitspraak van 8 juni 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2539) het alimentatieverzoek van de vrouw in zijn geheel af. Het hof overwoog: ‘In beginsel dient de vrouw (…) in haar eigen levensonderhoud te voorzien tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden.’ De vrouw werd geacht in haar levens­onderhoud te kunnen voorzien met de inkomsten uit haar vermogen. Voor zover dat niet het geval was kon volgens het hof van de vrouw verwacht worden dat zij op haar vermogen inteert en anders haar verdiencapaciteit aanwendt.

Ook deed het Hof Den Haag dit jaar een aantal uitspraken waarbij een verzoek om nihilstelling van de alimentatie op termijn werd toegewezen. Zo werd de alimentatie van de vrouw bij beschikking van 18 mei 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2541) op nihil gesteld na een termijn van drie jaar en op 29 juni 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2308) oordeelde het hof dat de alimentatieplichtige het recht heeft periodiek te laten toetsen of een onderhoudsgerechtigde aan zijn of haar inspanningsverplichting voldoet. Het hof beschouwde het tijds­verloop in die zaak als een relevante wijziging van omstandigheden omdat van de vrouw inmiddels verwacht kon worden dat zij in haar eigen levens­onderhoud voorziet.

Bij beschikking van 31 augustus 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2673 limiteerde het hof de alimentatieverplichting na een periode van drie jaar. Het hof liet daarbij de opleiding van de vrouw, haar ruime werkervaring, het feit dat het huwelijk kinderloos was gebleven, het feit dat de vrouw niet meer de intensieve zorg had voor haar zoon uit een eerdere relatie, de relatief jonge leeftijd van de vrouw (46) en het relatief korte huwelijk van partijen een rol spelen.

Op 14 september 2016 (ECLI:NL:GHDHA:­­­2016:2751) stelde het hof eveneens de partneralimentatie op nihil, na een periode van bijna vierenhalf jaar. De vrouw werd geacht volledig in haar eigen behoefte van te kunnen voorzien door te werken en door de inkomsten uit haar vermogen. Dit, ondanks haar leeftijd (59) en medische beperkingen (traumatherapie). Bij beschikking van dezelfde datum (ECLI:NL:GHDHA:2016:2737) stelde het hof de door de man te betalen alimentatie na een periode van drie jaar op nihil. Partijen hadden geen kinderen, de vrouw was 36 jaar en had een academische opleiding afgerond.

Opvallend is dat het allemaal relatief korte perioden zijn waarbinnen de alimentatiegerechtigden geacht worden in het eigen levensonderhoud te voorzien. Verder blijkt dat in al deze zaken er geen minderjarige kinderen te verzorgen (meer) waren. Het lijkt er in ieder geval op dat het Hof Den Haag strenger is gaan kijken naar de mogelijkheden en de persoonlijke situatie van alimentatiegerechtigden.

Indien u naar aanleiding van dit artikel advies wenst over uw eigen situatie, kunt u vrijblijvend contact opnemen met ons kantoor.

 

Dam Advocaten

Bezoekadres
Dam 34
1506 BE Zaandam

Postadres
Postbus 1275
1500 AG Zaandam

Tel 075 631 3121
Fax 075 670 5748
E-mail info@damadvocaten.nl

damadvocaten.nl