ZaanBusiness Logo Wit

Hoe houden we Nederland bereikbaar en mobiel?

De filezwaarte (lengte x duur van de file) op de Nederlandse wegen is de afgelopen twee jaar met liefst 40 procent toegenomen. De vraag is dan ook: hoe houden we ons land bereikbaar en mobiel, waarbij we tevens de noodzakelijke transitie maken naar een duurzame(re) en leefbare omgeving?

Hoewel de afgelopen jaren op de weg de infrastructuur sterk is uitgebreid, blijkt deze onvoldoende om het toenemende verkeersaanbod te kunnen verwerken. Zelfs buiten de spits is het tegenwoordig flink filerijden. Al die tijd ronkend stil staan (het verkeer zorgt in Nederland voor één derde van de totale vervuilende uitstoot), is zowel slecht voor het milieu als voor de portemonnee. Dus zijn we er met z’n allen bij gebaat om onze bereikbaarheid en mobiliteit, op een liefst groene manier, te verbeteren.

Klimaatakkoord

Onze overheid wil klimaatverandering tegengaan en stelt daarom het doel dat Nederland in 2030 liefst 49 procent minder CO2-uitstoot heeft ten opzichte van 1990. Zo zullen we onder andere vanaf 16 maart op alle Nederlandse snelwegen overdag nog maar maximaal 100 kilometer per uur mogen rijden. Daarnaast beoogt het kabinet om het aantal zakelijke autokilometers dit decennium met liefst 8 miljard terug te dringen. Om de klimaatdoelstelling te realiseren, heeft het kabinet een fiks pakket aan maatregelen voor het Klimaatakkoord vastgesteld. Onder aanvoering van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wil de overheid dit decennium onder meer het elektrisch rijden (met in 2030 1,8 miljoen oplaadpunten), vervoer met de fiets en het openbaar vervoer extra stimuleren. ‘Schone mobiliteit moet voor iedereen bereikbaar en de norm worden. We zullen dus op een andere manier moeten kijken naar hoe we onszelf en onze producten verplaatsen’, aldus de overheid.

Fiscale fietsregeling

Veel mensen wonen op minder dan 8 kilometer van hun werk en pakken voor het vervoer maar al te graag hun auto. De opkomst van de elektrische fiets is echter een mooi voorbeeld hoe je de fervente automobilist uit zijn of haar voiture op de tweewieler zou kunnen krijgen. Zeker als de aanschaf of het gebruik van een (elektrische) fiets fiscaal interessant wordt gemaakt. Zo is er sinds 1 januari van dit jaar een nieuwe leaseregeling voor elektrische fietsen. Werknemers hoeven dan niet een relatief dure elektrische fiets aan te schaffen, maar kunnen voor een paar euro in de maand een dergelijke tweewieler leasen. De werknemer telt dan 7 procent van de nieuwwaarde van de fiets op bij zijn inkomen en betaalt hier inkomstenbelasting over. Voor gemiddeld 5 à 10 euro per maand kun je als werknemer dan al een prima elektrische fiets leasen.

De werkgever kan ook op andere manieren een behulpzame rol richting zijn fietsende werknemer spelen. Zo kan de werkgever de vrije ruimte binnen de Werkkostenregeling (WKR) gebruiken voor het kopen van een fiets. Tevens kan een bedrijf zijn medewerker een renteloze lening verstrekken voor het kopen van een tweewieler. Ook mag een bedrijf zelf een fiets aanschaffen en deze vervolgens geven aan de werknemer. In dit laatste geval mag de onderneming de betaalde btw (tot 749 euro) terugvragen. Bijkomende voordelen voor werkgevers zijn, dat hun werknemers fitter zijn, dat dit fietsplan als een aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarde wordt gezien én dat een bedrijf bijdraagt aan een beter milieu.

Openbaar vervoer

Een andere manier om mensen uit de auto te lokken, is de optimalisering van het openbaar vervoer. Het OV is een duurzame wijze van transport. Mede daarom is in het regeerakkoord afgesproken dat het openbaar vervoer in alle delen van Nederland een goed alternatief moet zijn voor de auto. Het belang van de reiziger staat daarbij voorop. Die moet snel, comfortabel en veilig van A naar B kunnen reizen. Dat vraagt om betrouwbare en actuele reisinformatie, goede aansluiting op (deel)fiets, taxi en auto en een veilig en gemakkelijk betaalsysteem. De OV-sector is al duurzaam en hard op weg naar bijna emissievrij. Zo benadrukt de overheid dat de treinen van de NS op groene stroom rijden, wordt de stroom voor infrastructuur en stations door ProRail groen ingekocht en heeft de sector in 2015 het Zero Emissie Bus-akkoord getekend om vanaf 2025 volledige emissievrij busvervoer te hebben.

Ridesharing

Werknemers voor wie fietsen of OV-gebruik niet optimaal is, zouden ook carpoolend naar de arbeidsplek kunnen gaan. Zo reist 88 procent van de forenzen in de spits alleen, waardoor ze in de auto drie plaatsen vrij hebben. Het digitale platform Toogethr maakt via een app matches voor mensen die nu met elkaar naar het werk willen en zo gezamenlijk auto’s uit het verkeer onttrekken. Op basis van woonadres en werktijden geeft de app suggesties met welke collega je de ridesharing (zoals carpoolen anno 2020 hip heet) kunt doen. Telt je eigen onderneming te weinig werknemers om dit idee goed te kunnen uitvoeren, dan zou je wellicht werknemers van buur-bedrijven aan de app kunnen toevoegen. Het initiatief werkt beter als een bedrijf voor elke gezamenlijke rit van zijn werknemers punten geeft en daaraan een soort van beloning (extra kilometervergoeding, leuke cadeaus of iets anders) koppelt. Bedrijven profiteren ook van ridesharing. Zo ben je maatschappelijk verantwoord aan het ondernemen omdat je CO2-uitstoot (en dus je ecologische afdruk) vermindert, wordt de onderlinge band tussen je werknemers dankzij het samenrijden hechter én verminder je parkeerkosten omdat het aantal benodigde parkeerplaatsen voor de deur omlaag gaat.

Thuiswerken

Helemaal ideaal voor verbetering van bereikbaarheid en mobiliteit is het promoten van thuiswerken. Natuurlijk is niet elke bedrijfstak, zoals bijvoorbeeld de horeca, hiervoor geschikt. Maar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft onderzocht dat sectoren als informatie en communicatie, onderwijs, financiële dienstverlening, specialistische zakelijke diensten, en energievoorziening ideaal voor thuiswerken zijn. In deze vijf bedrijfstakken werkt meer dan 60 procent van de mensen dagelijks of incidenteel thuis. Het aantal mensen met betaald werk dat (soms) thuiswerkt was in 2013 nog 2,8 miljoen, terwijl dat aantal in 2018 is opgelopen naar 3,3 miljoen. Dat is 37 procent van de werkzame beroepsbevolking. Incidentele thuiswerkers vormen hiervan de grootste groep (2 miljoen), zo meldt het CBS. Technische mogelijkheden als supersnel internet, smartphones en video conference calls zorgen voor steeds betere randvoorwaarden om te gaan thuiswerken.

Foto: Shutterstock