ZaanBusiness Logo Wit

Voedselindustrie, wees onderscheidend!

De Zaanstreek is trots op haar grote voedingsindustrie. Maar om ‘leading’ te kunnen blijven, organiseerde de Rabobank Zaanstreek onlangs de sectorbijeenkomst ‘Food en Industrie’. “Wij willen onze kennis over de lokale en internationale markt met ondernemers delen en belang­rijke partijen in de Zaanse foodsector en maakindustrie met elkaar verbinden”, aldus Bart de Wit, manager zakelijke relaties van Rabobank Zaanstreek. Daarnaast gaf Minister Bussemaker van OCW recentelijk 500.000 euro subsidie voor opleidingen in de Zaanse voedselprocesindustrie. Dit om de vergrijzende sector een nieuwe impuls te geven.

De voedings- en genotmiddelenindustrie is één van de grootste clusters in de werkgelegenheid van deze regio en een belangrijk speerpunt in het economische beleid van de Zaanse gemeenten. Aandacht is echter nu vereist, aangezien er binnen deze belangrijke Zaanse sector een aantal knelpunten zijn gerezen. Zo blijkt bijvoorbeeld het vinden van goed opgeleid personeel een probleem.
Centraal staat dan ook de vervanging van procesoperators food. Van de procesoperators is gemiddeld 35 procent ouder dan 50 jaar en jaarlijks kent deze beroepsgroep een uitstroom van 125 personen in deze regio. Het invullen van vacatures gebeurt nu voornamelijk met zittende (oudere) werknemers en zij-instromers via bbl-trajecten (beroepsbegeleidende leerweg).
Een tweede aandachtspunt is het hebben van voldoende volwaardige stageplaatsen voor minderjarige leerlingen. Om aan de toekomstige vraag te beantwoorden, is instroom vanuit bol-opleidingen (beroeps-opleidende leerweg) gericht op 16-18 jarigen noodzakelijk. De bol-opleidingen moeten voldoen aan eisen op het gebied van voedselveiligheid, milieu en werktijden.

Food & Proces Tech Campus
Om op termijn nog genoeg en goed gekwalificeerd personeel te kunnen hebben, is afgelopen voorjaar de stichting Food & Proces Tech Campus (FPTC) op­gericht. Samenwerkende bedrijven uit met name de voedingsmiddelenindustrie hebben het initiatief op zich genomen om VMBO-leerlingen de MBO-leerrichting procestechniek aan te bieden op het Regio College.
Minister Bussemaker heeft begin sep­tember voor dit initiatief 500.000 euro subsidie beschikbaar gesteld. Daarmee kan de FPTC zich op de meerdere acti­­­vi­teiten richten. Ten eerste beoogt de stichting een praktijkvoorziening in te richten voor minderjarige leerlingen. Bovendien wil het investeren in apparatuur voor de praktijkvoorziening zoals vul- en verpakkingsmachines, laborato­riumfaciliteiten, simulatieprogramma’s, plus een bijbehorende training van docenten en praktijkbegeleiders. Het opzetten van een opleiding tot procesoperator food voor alle mbo-niveaus moet in 2017 een jaarlijkse instroom van 20-25 deelnemers hebben.
Om genoeg leerlingen te kunnen werven, zal de foodsector een imagoverbetering moeten ondergaan. Met name onder jongeren heeft de industrie een weinig aansprekende naam. Door een pakket
aan pr-activiteiten uit te voeren, wil de foodsector vooral in contact komen met jongeren op het vmbo. Het verwachte bereik is 3.000 leerlingen.

Rabobank toonaangevend in food
Dat de FPTC is voortgekomen uit een samenwerking van bedrijven, spreekt de Rabobank erg aan. Het credo van de bank is immers ‘Samen sterker’. Die krachtenbundeling en coöperatieve inslag vinden we ook terug in de sectorbijeenkomsten, die Rabobank Zaanstreek onder de naam ‘Food en Industrie’ organiseert. Donderdag 18 september j.l. was de aftrap.
“De Zaanse industrie kan in 2014 profiteren van exportgroei en aantrekkende bedrijfsinvesteringen”, vertelt Bart de Wit. “De Rabobank zet al een aantal jaren in op de groei van foodactiviteiten. Wereldwijd willen wij onze positie als grootste en meest toonaangevende bank in de foodsector verder uitbouwen. De Rabobank is zich bewust van de noodzaak van een sterke internationale foodketen en wil in alle schakels van die keten ondernemers faciliteren. Wij willen onze kennis over de lokale en internationale markt met ondernemers delen en belangrijke partijen in de Zaanse foodsector en maakindustrie met elkaar verbinden. Samenwerken in netwerken.”
Uit de Rabobank BrancheBarometer Food blijkt dat er gouden kansen voor Nederlandse foodbedrijven zijn. In 2050 moeten er naar verwachting dagelijks 9 miljard monden worden gevoed. Door deze toenemende vraag, zal de wereldwijde voedselproductie met minstens 60 procent moeten toenemen. “Slimme, innovatieve productieprocessen zijn daarbij van belang”, weet Bart de Wit. “Nederland is altijd goed geweest in efficiëntie. Zo weten wij gemiddeld veel meer melk uit een koe te halen, dan elders in de wereld. Die innovatieve kracht moeten we zien vast te houden.”
Tijdens de sectorbijeenkomst gaf Rabobank Zaanstreek ook aan wat de huidige trends zijn op food-gebied. Zo komt er bijvoorbeeld steeds meer aandacht voor beschikbaarheid en toegang tot gezond voedsel. Ook is verduurzaming in de voedselketen en reductie van verspilling een hot item. De Rabobank ziet tevens opschaling en consolidatie, waarbij het aantal bedrijven afneemt. Bovendien vormen ketenpartners vaker allianties en is in de keten iedereen op zoek naar ‘de laagste prijs’ en margeverbetering.

Wees onderscheidend
Hans van Haaren, sectormanager food bij de Rabobank, was één van de sprekers tijdens de sectorbijeenkomst. Hij gaf de aanwezige ondernemers tips hoe ze de kaas niet van hun brood moeten laten eten. “Ook u leest met regelmaat over de uitdaging rondom het mondiale voedselvraagstuk. De wereldwijde voedselproductie zal de komende 35 jaar met minstens 60 procent toenemen. Zal door de toenemende vraag ook de verkoopprijs stijgen? En gaat daardoor het rendement van uw onderneming met sprongen vooruit? Of geldt het bovenstaande alleen voor de prijs en niet voor uw marge?”, stelde Van Haaren. “Mijn ervaring is dat de marges van bedrijven in de voedsel­keten klein zijn. De vraag is dan: Hoe speelt u toch succesvol in op de veran­derende markt?”
“De cijfers van het CBS over het eerste kwartaal 2014 tonen voor handelsbedrijven in voeding een voorzichtige plus. Handelsbedrijven in landbouwproducten laten daarentegen een omzetdaling van 10 procent zien. Zit hierin een clou?”, vroeg Van Haaren. “Als uw businessmodel nauwelijks waarde toevoegt, of u bent met homogene producten niet onderscheidend ten opzichte van andere aanbieders, dan bent u overgeleverd aan de grillen van de markt. Óf uw bedrijf heeft het karakter van een logistieke dienst­verlener, die enkel bestaansrecht heeft als uw hele proces voldoet aan ‘operational excellence’. Uw marge wordt bepaald door een dominante partij elders in de keten.”
Van Haaren spoort de voedselindustrie aan om met de genoemde trends in de BrancheBarometer Food aan de slag te gaan. “Maak een keuze, scherp uw focus aan en werk samen op onderdelen waar dit zinvol is. Speel bijvoorbeeld in op het gewijzigde koopgedrag met food online. Discussiëren over het mondiale voedselvraagstuk is interessant. Om uw eigen boterham goed te beleggen, moet u echter zélf aan de slag. Niet lullen, maar poetsen! Ik wens u veel succes!”